Rood
= Molenaarsfamilie 'Jan de Molner van Straten' e.a.
Groen
= Molenaarsfamilie 'Johannes de Spoerdonc' e.a.
Blauw
= Molenaarsfamilie 'van der Lusdonck' e.a.
Zwart
= Onbekende molenaarsfamilies
Protocollen 1300-1400
Uit het Oud-Rechterlijk Archief van Oirschot en Bossche Protocollen (1367 - 1640), cijnsboek van de Hertog en Oirschotse notarissen
met o.a. voorouders van de(n/r) Lulsdonck, van de(n/r) Lusdonck e.d., Spoordonkse Watermolen.
(sortering op datum)
3-11-1340 / 3-11-1351
Cijnzen van de Hertog van Brabant in Oirschot - (Het cijnsboek van de Hertog
voor de Meijerij van 's-Hertogenbosch van 1340 - fol. 65v)
Bron: Uit 's-Hertogs tienduizend bonders > Het
cijnsboek van de Hertog voor de Meijerij van 's-Hertogenbosch van 1340
Geannaliseerd en bewerkt door: Martien van Asseldonk -
maart 1998 > Zie:
http://users.bart.nl/~leenders/10000bu
fol. 59v in Berse
Cijnzen van de heer hertog in Berse
3 nieuwe schellingen en 7 1/2 nieuwe penningen
doorgestreept, geen betalingen
bijschrift fol. 60v: Gerardus van Hast, 3 nieuwe schellingen en 7 1/2 nieuwe penningen
71. dezelfde, 7 nieuwe schellingen en 1 nieuwe penning
doorgestreept, geen betalingen
bijschrift, zie bij nr. 72
72. dezelfde, 6 1/2 nieuwe penningen
doorgestreept, geen betalingen
opmerking: De volgende bijschrifen hebben betrekking op cijns nr. 71 en 72.
bijschrift fol. 61: dezelfde (Joannes van der Molen (de Molendino)), 5 nieuwe schellingen en 3 nieuwe penningen, van het goed te Mustermolen
bijschrift fol. 60v: dezelfde (Gerardus van Hast), 2 nieuwe schellingen en 1 nieuwe penning
bijschrift fol. 60v: dezelfde (Gerardus van Hast), 3 1/2 nieuwe penningen
73. dezelfde, 1 obool van het water (de aqua)
doorgestreept, geen betalingen
bijschrift fol. 60v: dezelfde (Gerardus van Hast), 1 obool, van het water
doorgestreept
bijschrift fol. 61: dezelfde (Joannes van der Molen (de Molendino)), 1 obool, van het water
Cijnzen van de heer hertog in Oerscot, op St Hubertus
27 Joannes de Molner (Molendinarius) 9 oude penningen en 1 oude obool
28 dezelfde van de visserij bij Spoerdonc (piscaturua apud Spoerdonc), 12 nieuwe penningen
45 Margareta Molners (Molendinarius) 3 nieuwe penningen
later: - Roef, haar schoonzoon (gener)
- Rodolfus, de zoon
4 nieuwe schellingen en
5 nieuwe penningen
later: de kinderen
103 -
dezelfde, 12
penningen, voor Jordanus van den Pasch
104 - Ghiben, zoon van
Jordanus, 21 nieuwe penningen
145. Henricus, genaamd Brune, 3 nieuwe schellingen en 9 nieuwe penningen
later (in oorspronkelijk handschrift): Elizabeth, zijn vrouw
doorgestreept, geen betalingen
bijschrift fol. 68v: Joannes de Molenaar (Molendinarius) van Oerscot, 8 nieuwe penningen, van het erfgoed van Theodoricus der Brunensten
opmerking: De rentmeester heeft hier vermoedelijk het getal 7 1/2 per abuis overgeschreven als 8.
193. Johannes, zoon van de Molenaar (Molendinarius) (bijschrift: van der Straten), 13 nieuwe penningen
m. dezelfde (Johannes, zoon van de Molenaar (Molendinaris) (bijschrift: van der Straten),) 9 nieuwe penningen, van het erfgoed van Theodoricus van Notelen
VIII. dezelfde (Johannes, zoon van de Molenaar (Molendinaris) (bijschrift: van der Straten),) 18 nieuwe penningen van der Wolfgroeven
195. Joannes de Molenaar (Molendinarius) van Spoerdonc, van den Voerslaghe, 15 oude penningen
196. dezelfde, van de oliemolen (molendino olei), 12 nieuwe penningen
281. Metta, weduwe van Henricus de Molenaar (Molendinarius), 6 nieuwe penningen
bijschrift: vacat
opmerking: Volgens de aantekeningen in de marge is deze cijns in de periode 1340-1351 niet betaald.
295. de weduwe van Seskinus, 3 (schellingen)
bijschrift: achter in haar brief (retro in sua littera)
bijschrift fol. 69: Joannes van der Molen (de Molendino) van Berze, 18 nieuwe penningen, van den Vehuysbeemde
302. Simon, verwante van Joannes Greys, 12 nieuwe penningen
XIII Theodoricus, zoon van Nenne, van een nieuwe beemd, 2 nieuwe schellingen
p. dezelfde (Theodoricus van de Ryt van Berze), 18 nieuwe penningen
doorgestreept
bijschrift fol. 69: Joannes van der Molen (de Molendino) van Berze, 18 nieuwe penningen, van den Vehuysbeemde
------------------------------------------------------------------------
fol. 128 in Orthen
('s-Hertogenbosch)
Cijnzen van de heer hertog in Orthen, maandag na
Pasen (tweede Paasdag)
Census domini ducis in Orthen feria secunda post Pascha
14. Gerardus Molenaar (Molitor) van Ghiffen, 10 penningen
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1343
31. Heilewigis, weduwe van Johannes Moelneers, van het erfgoed van Henricus, zoon van Erkenrads, 7 oude penningen
later: Thomas, zoon van de Schout (Sculteti)
38. Joannes, man van wijlen Heilewigis, 7 1/2 penningen
bijschrift: vacat
opmerking: Volgens de aantekeningen in de marge is deze cijns in de periode 1340-1351 niet betaald.
94. Gherardus van Geffen de Molenaar (Molitor), 10 oude penningen
114. Heilwigis, weduwe van Johannes Moelners, 3 penningen
later: Hermanus Roest
Het bedrag is veranderd
Het bedrag is doorgestreept, laatste betaling in 1345, niet betaald in 1340 en 1341
opmerking: Hermanus Roest komt alleen voor onder cijns nr. 142, zodat deze cijns mogelijk een verkeerde inschrijving is.
Cijnzen van de heer hertog in Rode op de dag van de zalige Remigius
12. Joannes Molners (Molendinarius) van Spoerdonc, en de kinderen van Joannes van Eerscoth, 4 hoenderen
------------------------------------------------------------------------
Uit: Hoenen en Kapoenen door Y.J.A. Welings,
C.J.M. van der Heijden en J.G.M. Sanders.
Gids van cijnsregisters betreffende
Noord-Brabant 14de -20ste eeuw.
Oirschot
o.a. 1340, 1342, 1380, 1394, 1429, 1448,
1450, 1497, 1520, 1627-1629, 1639
Hertog van Brabant
ARA Brussel, Rekenkamers 45038-45046, 45049,
45051, 45060, 50882
Inv.nr. 45039 is niet aanwezig. De overige
inv.nrs. zijn op microfiche in het RANB in te zien. Bovendien is 45038 op
microfiche beschikbaar (Coll. Schaduwarchieven 18). Zie ook RANB, Coll.
Schaduwarchieven 290, Inv.nr. 45038 (f. 1-2v, 65v-72v) is bewerkt, Asseldonk
1998. Betreft dominiale cijnzen.
------------------------------------------------------------------------
Dag van de cijnsbetaling: Oirschot
-St.Hubertus
(Gemeenten 1996 = Oirschot, Best)
fol. 65v in Oerscot
Cijnzen van de heer hertog in Oerscot, op St.
Hubertus
Oirschot
cijnsboek van 1340: in die beati Huberti
Smulders 3
november
RG290-I 3 november
RG290-II St-e. Huberts dach
conclusie St.
Hubertus (3 november)
4-3-1352
Getuigenverklaring (Oirschotse Protocol) RHCe >Toegang A-217, periode
1311 - 1791,
schepenbank Oirschot-Best 1331-1810 Versie: 7
De Oirschotse oorkonden van 1311-1791
Schepen
oorkonde van Oirschot 4 Maart 1352
Er sijn comen DANEL van den
STAEDECKER, Heinric die Cromme, Gherart van Mellincrode ende Godenart van der
Hameyden ende hebben ghetuecht eendrachtichliken als scepene, dat si daer bi
waren als scepene, daer Enghelberen van Ellaer quam in eenre tijt die leden is
ende sprac Jhan van Ellaer heeren broeder ane met den recht in enen ghebannen
ghedinghe tot Oerscot als van den goede van Ellaer gheleghen in der prochghion
van Oerscot, ende dat Jhan voerseyt daer dedingde op sijn clercscap ende op
enghene poert ende dat Jhan voerseyt daer also vele sprac, dat hem die richter
vraghede oft hi aen sijn woert ghiede, ende dat Jhan voerseyt doen niet en seyde
mer, hi sloech sijn hant voer sinen mont, ende dat Jhan voersc. daer nae quam in
een andeer ghedinghe ende seyde, dat hi poerter were tot Shertoghenbossce ende
dat hi hoepte dat hi tot Oerscot niet sculdich en were te antworden, mer waer
oft te welker tijt Jhan voerseyt poerter waert des wisten si niet. Voert sijn
comen Roef Marinen, Arnt Nennen zoen ende
KERSTIAEN van der LUSSDONC
ende hebben gethuecht aen den heilighen overmids manisse
srichters dat Engelberen voerseyt langhe te voeren ghecroent hadde op Jhan
voersc. als van den voerseyden goede eer die selve Jhan poerter waert. Voert
sijn comen Willem van den Dijke ende Heinric heren Arnds zoen hebben ghetuecht
aen den heilighen overmids manisse srichters dat tot dierre tijt dat men Sophien
van Ellaer ter erden bestaedde Jhan voerseyt quam ende boet Enghelberen voersc.
hondert pont op alsolken vorwarde dat si hoer recht van den voerseyden goede
vertyen wilde tot sinen behoef, ende dat Enghelberen voerseyt doen seyde dat si
daer niet voer en neme twehondert pont. Oec tugheden die selve Willem ende
Heinric ende Kerstiaens Lirincs zoen met hen op hoeren eet dat Jhan voerseyt
niet poerter en was tot dierre tijt dat Sophie voerseyt quam van den leven tot
der doet. In orconscap des ghetuechs wi Danel van den Staedecker, Gherart van
Mellincrode en Godenart van der Hameyden voerseyt, Didderic van Overlaer,
Didderic Willems zoen was van Aerle, Heinric van Heersel ende Jhan van Blaertum,
scepene in Oerscot, hebben onsen ghemeynen seghel hier aen doen hanghen.
Ghegheven in den jaer ons Heren als men scroef dusent driehindert vijftich ende
twe op den vierden dach in maerte.
--------------------------------------------
Voor de schepenbank van
Oirschot hebben de schepenen DANEL van STAEDEKKER, Heinric die Cromme, Gherart
van Mellincrode en Godenart van der Hameyden getuigenis afgelegd, dat Engelberta
van Ellaer in het verleden een proces tegen haar broer Jan van Ellaer had
gespannen inzake rechten op het goed Ellaer te Oirschot. Tevens getuigen zij,
dat Jan van Ellaer tijdens de rechtszitting zoveel sprak, dat de rechter hem
moest vermanen, en dat hij tijdens een andere rechtszitting verklaarde, dat hij
als poorter van 's-Hertogenbosch niet verplicht was op de te Oirschot gestelde
vragen te antwoorden. Op dezelfde dag zijn voor de schepenbank te Oirschot
verschenen Roeff Marinen, Arnt Nennen zoen en
KERSTIAEN van der LUSSDONC en
hebben verklaard, dat Engelberta reeds lang voordat Jan poorter was, haar klacht
in rechte had gedaan. Tevens zijn verschenen Willem van den Dijke en Heinric
zoen van heer Arnds en hebben getuigd, dat Jan van Ellaer tijdens de begrafenis
van Sophie van Ellaer aan Engelberta 100 pond wilde aanbieden, indien Engelberta
afstand wilde doen van haar rechten op het goed Ellaer en dat Engelberta hierop
antwoordde, dat zij dit ook voor 200 pond zou weigeren. Dezelfde getuigen
verklaren eveneens, dat Jan van Ellaer ten tijde van het overlijden van Sophie
geen poorter was.
--------------------------------------------------
INVENTARISSEN VAN HET REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM EINDHOVEN
COLLECTIENUMMER:
A-0217
COLLECTIENAAM: Schepenbank Oirschot en Best 1331 - 1810 Versie: 7
1352.03.04 Oirschot
Ghegheven in den iaer Ons Heren als men screef dusent
driehondert vijftich ende twe op den vierden dach in Maerte.
Schepenen van
Oirschot oorkonden, dat ten overstaan van hen de volgende getuigenverklaringen
zijn afgelegd: Danel van den Staedecker, Hendrik de Crom, Gerard van Mellincrode
en Godevart van der Hameyden als schepen verklaarden, dat in de zaak van
Engelberna van Ellaer tegen haar broer Jan aangaande het goed ten Ellaer onder
Oirschot, Jan zich erop beriep, dat hij clericus was en geen ingezetene van
Oirschot, waarbij hij zo lang het woord voerde, dat de rechter hem vernaamde,
waarna hij zijn hand voor de mond sloeg en zweeg.
In een andere zitting zei
hij, dat hij poorter was van 's-Hertogenbosch en meende daarom in Oirschot niet
te hoeven antwoorden, maar of en hoelang hij poorter was, wisten zij niet.
Roef Marinen, Arnt Nennen en
Kerstiaen
van der Lulsdonc verklaarden, dat
Engelberna haar zaak tegen Jan betreffende 'ten Ellaer' begonnen was, voordat
Jan poorter werd.
Willem van den Dijk en Hendrik heren Arnds verklaarden, dat
bij de begrafenis van Sophie Jan aan Engelberna 100 pond bood, als zij van haar
recht op 'ten Ellaer' wilde afzien, waarop Engelberna antwoordde, dat zij dat
voor 200 pond nog niet zou doen.
Willem van den Dijk, Hendrik heren Arnds en
Kerstiaen Lirincs verklaarden onder ede, dat Jan geen poorter was, toen Sophie
stierf.
Origineel: Archief Abdij Postel, charters Oirschot 5.
Vermeld in
bijlage 1 nà inv.nr. 1347
1359 april 10 - Toegangsnr. 241R, inv. 33
Schepenen van Oirschot oorkonden dat
JAN KERSTIAENS zoen van der LULSDONC
verkocht heeft aan Daneel van den Stadeacker een erfcijns
uit een stuk land, geheten Vreynlaer en gelegen te Spoerdonc in de parochie van
Oirschot.
origineel inv. nr.361, het schependomszegel is verloren.
Toegangsnr.241, Inv.361
Kapelanieen - Altaar van Sint-Brigitta in de
kapel van O.L. Vrouw: Retroacta van een erfcijns uit land in spoordonk in
Oirschot, 1359, 1392
3 charters. Regestnrs. 33, 132, 136
Transcriptie:
Wij Henric Brant, Jan van Blaerten, Didderic Didderics nenen soen Didderic van
Overlaer, Jan Eckerman, Henric Goeswijns zoen ..... ende Daneel Henric Scrommen
...... scepen in Oerscot, tughten onder onsen ghemen seghel, dat voer ons comen
is JAN KERSTIAENS zoen van der LULSDONC
ende heeft verkocht in enen wittighen cope DANEEL van den STADEACKER ende sijne
nacomelinghen na hem een pont tsjaers payment te ghelden ende te betalen alle
jaer Daneel voers. ende sijne nacomelinghe ...... ...... van aen voersat ende
van sine nacomelinghen na hem op senx mertens dach in den Wms, al sulken payen
als op ten voers. ghulde dach ..... ghenghe ende ghene wesen sal. Uit enen ....
lands dat gheheyten is VREYNLAER ghelegen ..... Spoerdonc in die prochije van
OERSCOT tusschen den ervenissen Jans van der Hosstat aen die een side ende der
ervenissen brucken van den Aa aen die ander side der heeft Jan voers. gelooft op
hem en op sijn .... hem ende voer sijn nacomelinghe na hem Daneel voerschr. ende
sijne nacomelinghen na hem die vaers. soe te weren als men drie van rechr
sculdich is te weren voer die voers. pont tsjaers ende alle voercommer daer in
of te doen w...ghenomen der heren cijns van den gronde ghegheven in den jaer ons
heren coemen screef dusent driehondert vijftich ende neghen op den tiende dach
in aprille.
Daneel de Stadaecker een pont tot eersel
Testament 28 oktober 1359
Amelius Fabri
(Amelius zoon van Faber oftewel zoon van de smid ?) van Lusendonc, overleden man van Heilwigis
Uit: Oog op Oirschot (Aankleding van de markt -
blz.113/114)
Uit terloopse vermeldingen is bekend, dat er meerdere
lindebomen op het kerkhof stonden, maar twee ervan namen een bizondere plaats
in: de grote en de kleine linde. De grote was de 'geborenlinde'. Daar werden
vóór de bouw van het raadhuis 's-zondags na de hoogmis de afkondigingen gedaan
en daar kwam men bij elkaar om het nieuws te bespreken. De oudste schriftelijke
vermelding dateert van 1337. Daarin legt
Henrick van Vessem een verklaring af
'op het kerkhof onder de grote linde'.(zie R.A.N.B., A.K.O., I 169, C2: '... in
Oerscot in cimiterio sub tilia altiori'.
Een tweede vermelding is van
twaalf(?) jaar later (1359), wanneer
Heilwig weduwe van Amelius Fabri van Lusendonk
haar testament maakt 'op het kerkhof van Sint Petrus bij
de grote Linde'.(zie A.T.H.G. Oirschot, ch. 1359.10.28: '... in cymeterio B.
Petri prope tiliam ampliorem'.
Wanneer de grote linde door ouderdom of storm
sneuvelde, nam de kleine zijn plaats in als 'geborenlinde' en werd op de plaats
van de gesneuvelde een nieuwe geplant.
-----------------------------------------
Bron: Campinia 17e jaargang, nr.65,
april 1987 blz. 58: De Oirschotse notarissen
Over de oudste Oirschotse
notarissen is weinig bekend. De twee oudsten zijn Theodoricus van Arle (Aerle,
Aarle) en Godefridus van Audenhoven (Oudenhoven)
Beiden noemen zich clericus
(geestelijke), maar Godefridus van Audenhoven was priester, zoals uit een legaat
in het ten overstaan van hem gemaakte testament blijkt. De testatrix legateert
"Godefrido de Audenhoven, presbytero, notario infrascripto quinque solidos" "Aan
Godefridus van Audenhoven, priester, notaris ondergeschreven, vijf schellingen".
Het vermoeden is dat hij dezelfde is als Godefridus van Audenhoven, rector der
Mariakapel, aan wie d.d. 1379.02.04 een jaarrente van 20 schellingen wordt
overgedragen ten bate van de kapel (akte t.o.v. notaris Daniël de Oerscot) en
als Godefridus van Audenhoven, kapelaan, die getuige is bij het erfpachtcontract
van 1388.01.10 (ook t.o.v. notaris Daniël de Oerscot)
Bron: Campinia 17e
jaargang, nr.67, oktober 1987 blz.163: De instrumenten van de Oirschotse
notarissen.
Godefridus van Audenhoven, clericus bisdom Luik, keizerlijk
notaris (was priester)
1359.10.28 - zuiver notarieel instrument
Archief
van de tafel van de H.Geest in Oirschot charter 1359.10.28
Testament van Heilwigis weduwe van Amelius Fabri van
Lusendonk
De Oirschots oorkonden 1311-1500
Schepenoorkonde van Oirschot 19-02-1362 (folie 7)
Wij Henric Brant, Jan
van Blaertem, Didderic Didderics Neven zoen, Jan Eckerman, Henric Goeswijns
zoen, Godevaert van Rutte ende Didderic van Westelbeerse, scepen in Oerscot,
tughten onder onsen ghemenen zeghel, dat comen is Willem Vos van Beerse ende
heeft bethuucht met Jan van Auden Cortten, Ghisbrecht Haenen ende met
KERSTIAEN van der LULSDONC
eendrechtichlec voer die vierscaren op horen eet bi manissen des richters ende
vonnis der scepen, dat Willem Vos van Beerse dees voersc. Willems vader hadde
erffeliken gheldenden enen sester raepe sjaers aen al alsolken erffenissen als
Hyllen Sloesen was dat es te weten huus ende hoffe met sinen toebehoerten
gheleghen in die heerscap van Spoerdonc inder parochyen van Oerscot voersc.
ghegheven int jaer ons Heren doemen screef dusent driehondert tsestich ende twee
op den neghen tienden dach in februarie.
(uithangend zegel geheel
geschonden)
Willem Vos van Beerse, Jan van Auden Cortten, Ghisebrecht
Haenen en KERSTIAEN van der LULSDONC
verklaren t.o.v. de Oirschotse schepenen, dat Willem Vos van Beerse, de vader
van eerstgenoemde Willem Hyllen Sloesen een jaarlijkse erfpacht van een zester
raapzaad te vorderen had uit haar huis en hof te Spoordonk.
--------------------------------------------------
INVENTARISSEN VAN HET
REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM EINDHOVEN
COLLECTIENUMMER: A-0217
COLLECTIENAAM: Schepenbank Oirschot en Best 1331 - 1810 Versie: 7
1362.02.19 Oirschot
Ghegheven in't jaer ons Heren doe men screef dusent
driehondert tsestich ende twee op den neghentienden dach in februario.
Schepenen van Oirschot oorkonden, dat Willem Vos van Beerse jr. met Jan de Cort
sr., Ghisebrecht Haenen en Kerstiaen
van der Lulsdonc t.o.v. hen heeft
verklaard, dat zijn vader Willem Vos van Beerse sr. een sester raapzaak te
vorderen had van Hylle 's Loesen uit haar huis en hof onder Spoordonk.
Het
aanhangend schepenzegel is op enkele fragmenten na verloren gegaan.
In
dorso:Willelmus Vos de Berse Littera van II lopen zaeds aen Hillen 's Loesen
copia
Origineel: Inv.nr. 1134. Charter A-291.
Publ.: Campinia 1 (1971/2)
p. 81.
Note!
In de transcriptie in Campinia 1 (1971/2) pagina 81 wordt
de naam van Kerstiaen van der Lulsdonc
vermeld als
Kerstiaen van der Kilsdonc.
Zoals het
er naar uitziet moet de naam Kerstiaen
van der Lulsdonc
zijn. (AvdL)
16-4-1365 Toezegging van
jaarpacht (Bossche Protocol (Oirschot) Inv 2581, Charter A-463 (bron: M.J.
Goossens)
Ghegheven in't jaer ons Heren dusent driehondert
tsestich ende vive op den sestienden dach in den aprille.
Schepenen van Oerle, Herman
die Smet en Henric Happenzoon, oorkonden, dat
Gherart Wouters van Beerse
heeft toegezegd aan Henrick Jhans
Mariën van Vessem een jaarpacht van 22
mud rogge uit het vijfde deel van een stuk grond onder Kerkoerle, dat hij van
zijn schoonvader Jan de Moller
geërfd had. Als onderpand stelt hij een jaarpacht van 7 lopen rogge, die
zijn vrouw Margriet van haar vader Jan de
Moller geërfd had uit een ander vijfde
deel van deze grond.
Beide uithangende zegels der
schepenen en de zegelstaart van de tweede zijn verloren gegaan.
Origineel:
Inv. nr. 2581. Charter A-463. (Bron: M.J. Goossens)
18-1-1367 Overdracht van
goederen (Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1175, periode
okt 1367 - sept 1396, microfiche
4, akte B07 folio 130v
28-8-1367 Overdracht van
erfpacht (Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1175, periode
okt 1367 - sept 1396, microfiche
2, akte C08 folio 55
Albertus gnd van der Haseldonc zvw Arnoldus gnd van der Haseldonc
beloofde aan
Adam de Mierde, tbv
Aleijdis en Gertrudis, zusters, dv Aleijdis zuster van
voornoemde Albertus, een erfpacht van 1½ mud rogge, Bossche maat, met
allerheiligen te leveren, gaande uit (1) een stuk land gnd die Aa Akker, in
Oirschot, tussen wijlen Johannes multor de Spoerdonc beiderzijds, (2) een beemd
gnd die Nieuwe Beemd, aldaar, tussen Gerardus
gnd van der Lusdonc enerzijds en voornoemde
wijlen Johannes multor
anderzijds, (3) een stuk beemd gnd dat Hornokske, aldaar, tussen voornoemde Aa
Akker enerzijds en wijlen Johannes
multor
anderzijds. De brief overhandigen aan
voornoemde Albertus.
18-7-1370 Overdracht 1/4e deel
beemd (Bossche Protocol (Oirschot)
Inv 1175, periode
okt 1367 - sept 1396,
microfiche 7, akte D14 folio 232
------------------------------
JOHANNES DE ROVER DE VLADERACKEN droeg over aan JOHANNES DE AUDENHOVEN 1/4e deel
an een beemd genoemd ter Timmerdonk in Spoordonk, tussen
JOHANNES DE OERSCOT
multor enerzijds en HENRICUS genoemd BRANTS anderzijds, welk 1/4e deel GERARDUS
VAN DER LULSDONC kreeg
na overlijden van zijn
vader GERARDUS, aan hem
gerechtelijk verkocht door THEODORICUS DE ZEELST.
Voornoemde JOHANNES DE AUDENHOVEN beloofde aan BEATRIX
dochter van wijlen GODEFRIDUS DE COBBEKE een
erfpacht van een 1/2 mud rogge, Bossche maat, met Lichtmis in ’s-Hertogenbosch
te leveren, gaande uit voornoemde 1/4e deel, dat reeds belast was met de
hertogencijns. Beatrix
dochter van wijlen GODEFRIDUS genoemde de COBBEKE
deed ten behoeve van
haar broer THEODORICUS afstand
van een kamp genoemd Leemsbroek in Aalst
19-2-1374 Verpachting van
aandeel in erfenis (Bossche Protocol (Oirschot)
Inv 2549, Charter
A-467
(bron: M.J. Goossens, Campinia 1 (1971/2) pagina 138)
------------------------------
Bron: Campinia jaargang 1, nummer 3, blz. 138 > betreft: 17.
SCHEPENOORKONDE VAN OIRSCHOT 19 februari 1374
Wij Didderic neve, Willem Andries zoon, Jan Eckerman,
Jan Henrics Crommen zoen, Peter vanden Loeckt, Henric Arts Snijders zoen ende
Jorden vander Teynden, scepen in Oerscot, tughen onder onsen ghemeynen zeghol,
dat voer ons is comen
Peter Tielkens zoen van Zeelst
ende heeft erffeliken verpacht
Henricken Jans Mollers wittich zoen van Straten sinen swagher
al alsulken erffenis ende ghedeelt als hem verstorven is van
Jan den Moller van Straten voorsc. ende van
Lijsbetten sinten wive verstorven is na
gheleghen in die parochie van OersCot bi Straten aen den reke ter Heydenwaert wt
als Jans Mollers ende Lijsbetten sijns
wijfs voernoemt veermaels te wesen plach
over veertien lopen rogghen siaers erffeliken goets ende gheefs te betalen allen
jaer netter gherechter maten van Oerscot tot onser Vrouwen misse alsmen kerssen
borndt. Oec heeft Peter voorsc.
gheloeft 'op hem ende op sijn goet voer hem ende voer sijn nacomelinghen na hem
Henricken voersc ende sinen nacomelinghen
na hem dees voorsc. erffenis ende ghedeelt te weren voer dees voerso. veertien
lopen rogghen siaers alsmen erve van recht is sculdich te weren ende allen
anderen
voercommer daar inne af te doen sonder der
Heren tsijns vanden gronde. Ende om meere vestinghen wil hoeft Henric voernoemt
den voernoemden Peteren
tot enen onderpande gheset vijf lopen rogghen siaers der maten van Oerscot te
ghelden allen jaer uyt sinen goede dat hi heeft in die parochien van Oerscot bi
Straten aen den reke ten Heydenwaert uyt ghelike als
Jan Mollers ende Lijsbetten sijns wijfs
voernoemt des voersc. Henrics vader ende moeder
voernaels te wesen plach. Voert heeft
Henric voersc. gheloeft op hem ende op
sijn goet voer hem ende voer sijn nacodelinghen na hem
Peteren voersc.
ende sinen nacomelinghen na hem dit voersproken onderpant te weren voer (lees
veersprokem vijf lopen rogghen siaers als men erve van recht is sculdich te
weren rende allen voercommer in dees voersc. vijf lopen rogghen siaers af te
doen sonder der Heren tsijns panden gronde. Ghegheven int jaer ons Heren duemen
streef dusentdriehondert tseventich ende vier opten neghentienden dach in
februario.
Verkorte transcriptie:
Peter Tielkens van Zeelst
verpacht aan zijn
zwager Henrick Mollers, zoon van Jan Mollers en diens vrouw Lijsbeth
een erf dat hem van laatstgenoemd echtpaar was aangestorven; gelegen te Straten
gaande in de richting van de hei; en wel voor 14 lopen rogge per jaar;
betaalbaar op Maria Lichtmis. Henrick
Mollers stelt hiervoor als onderpand een
rente van 5 lopen rogge per jaar, uit zijn goed; eveneens gelegen te Straten
gaande in de richting van de hei; welk goed eerder ook aan
de ouders van Henrick
toebehoorde.
1374.02.19 Oirschot
Ghegheven in't jaer ons
Heren doe men screef dusent driehondert tseventich ende vier opten neghentienden
dach in februario.
Schepenen van Oirschot oorkonden, dat
Peter Tielkenszoon van Zeelst aan
zijn zwager Henrick zoon van Jan den
Moller voor 14 lopen rogge per jaar
verpacht heeft zijn aandeel in de erfenis van
Jan den Moller, dat hij via
zijn vrouw Lysbeth
verkregen heeft, gelegen te Straten aan de kant van de
hei. Als onderpand heeft Henrick
gesteld een jaarpacht van 5 lopen rogge uit zijn eigen aandeel in diezelfde
erfenis.
Het aanhangend schepenzegel is
verloren gegaan. De akte is licht beschadigd.
In dorso:
Petrus Tielkini de Zeelst.
Littera de XIIIIor lopinis silig. van der beginen
Hove vel a
Pet. Tielkenssoen.
Origineel: Inv.nr. 2549. Charter A-467.
Publ.:
Campinia 1 (1971/2) p. 138.
Verkorte transcriptie: (2549)
Akte voor de schepenen van Oirschot, waarbij
Peter Tielkenszoon van Zeelst
aan zijn zwager Henrick, zoon van Jan de Moller verpacht zijn aandeel
in de erfenis,
1374 1 charter
23-12-1376 Uitgifte van
beemd (Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1176, periode
okt 1367 - sept 1396, microfiche
1, akte C02 folio 14
9-1379 / 3-1380 Overdracht
pacht (Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1176 periode sept 1379 - mrt 1380,
folio
87r)
------------------------------
Jan van der Merendonc zoon wijlen Gerit
Jan Ghenen
mede t.b.v. zijn moeder Heijlwig (dochter wijlen
Jan Mulder) en Jan Gijben van den Boegarde (c.s)
21-4-1379 Overdracht
pacht (Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1176 periode okt 1379 - sept 1380, microfiche
4, akte A05 folio
122v)
------------------------------
JACOBUS zoon wijlen LUPPERTUS genoemd HERZEL echtgenoot van MARGARETHA dochter
van wijlen WILHELMUS DE AUDENHOEVEN droeg over aan zijn zwager WILHELMUS DE
AUDENHOEVEN een erfpacht van 9 mud rogge, maat van Oirschot, met Lichtmis te
leveren, gaande uit goederen genoemd Ludsdonk in Oirschot, ter plaatse
Spoordonk, welke pacht hij en zijn vrouw geschonken kreeg
7-7-1379 Overdracht
pacht (Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1176
microfiche
3, akte A13 folio
87)
------------------------------
Johannes gnd van der Merendonc zvw Gerardus van der Merendonc
droeg over aan (1) voor ¼ deel Johannes Ghenen soen
tbv hem en tbv zijn moeder
Heijlwigis dvw Johannes multor de Straten alsmede tbv
kv voornoemde Heijlwigis,
(2) voor ¼ deel aan Johannes zvw Ghibo van den Boegarde
tbv hem en tbv andere
kvw voornoemde Ghibo, (3) voor 2/3 van de 2 resterende vierde delen aan
Margareta gnd Moelners tbv haar en tbv haar kinderen, (4) voor 1/3 van de 2
resterende vierde delen aan Henricus de Vessem, 6 bunder beemd in Oirschot,
tussen erfgoed gnd Henriks Laar enerzijds en de gemene weg anderzijds, aan
transportant overgedragen door Danijel zvw Daniel gnd Custer de Berlikem.
Petrus Tielkens soen heeft uit de helft van voornoemde 2/3 deel van de twee
vierde delen een erfpacht van 1 mud rogge, maat van Oirschot, zoals hij die al
beurt.
20-6-1381 Afstand beemd
(Bossche Protocol (Oirschot) Inv
1176, periode
okt 1367 - sept
1396,
microfiche 5, akte E06 folio 189r
------------------------------
GODEFRIDUS zoon van wijlen GERARDUS genoemd VAN
DER LULSDONC deed ten behoeve van JOHANNES DE
AUDENHOVEN afstand van een beemd in Oirschot ter plaatse genoemd Spoordonk,
tussen Heer JORDANUS BRANT enerzijds en
wijlen JOHANNES genoemd MOELNER de Straten
anderzijds. Voornoemde GODEFRIDUS behoudt
een erfpacht van een half mud rogge, die hij en zijn
moeder BEATRIX jaarlijks hieruit beuren.
4-8-1384
Overdracht van erfpacht (Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1177, periode
okt 1367 - sept 1396, microfiche
5, akte D01 folio 144v
98-1385 / 10-1386
Genoemde personen (Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1177 periode aug 1385 - okt 1386,
folio 209v)
------------------------------
Dirck
Brant
25-4-1387 Verkoop van stuk
land (Bossche Protocol (Oirschot) Inv
1177, periode
okt 1367 - sept
1396,
microfiche 10, akte A06 folio 357
(Is deze Gerardus van der Kilsdonc dezelfde persoon als Gerardus gnd van der Lusdonc,
uit de akte van 28-8-1367?)
------------------------------
Albertus van der Haseldonc
zvw Arnoldus van der Haseldonc verkocht aan de broers Johannes en Theodericus,
kvw Goeswinus zv Theodericus gnd Neven (1) een stuk land gnd die Aa Akker, in
Oirschot, beiderzijds tussen wijlen Johannes multor de Spordonc, (2) een beemd
gnd die Nieuwebeemd, aldaar, tussen Gerardus
van der Kilsdonc enerzijds en wijlen voornoemde Johannes multor
anderzijds, (3) een stuk beemd gnd dat Hornokske, aldaar tussen voornoemde Aa
Akker enerzijds en voornoemde wijlen Johannes multor anderzijds, aan hem
verkocht door Walterus zvw Petrus multor de Sonne, diens broer Mijchael en hun
zusters Katherina en Bela gnd Elsbeen.
Voornoemde Albertus verkocht aan
voornoemde broers Johannes en Theodericus al zijn erfgoederen.
Voornoemde
broers Johannes en Theodericus verhuurden deze erfgoederen aan
voornoemde
Albertus, tbv hem en tbv zijn vrouw Katherina, voor de duur van hun leven, voor
10 schelling, met St.Remigius te betalen.
Voornoemde Johannes en Theodericus
beloofde voornoemde Albertus 50 gulden, na maning te betalen.
Voornoemde
broers Johannes en Theodericus beloofden aan voornoemde Albertus een erfpacht
van ½ mud rogge, maat van Oirschot, met lichtmis te leveren, gaande uit al
voornoemde goederen en erfgoederen.
25-4-1387 Genoemde personen (Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1179
folio
440r)
------------------------------
Ludeken Corstiaen
Ludekenssoen van Zeelst,
Gerit van der
Lulsdonc, Jan den Nonne (?) van Spoerdonc
10-11 januari 1388 Bossche
Protocol (Oirschot) > Erfpachtcontract
('instrument') van 10 januari 1388 (zie Campinia 13e jaargang, nr.49, april
1983, blz.66 & 87)
------------------------------
Betreft Gerard van der Lulsdonck
>
(Oirschot) RA 126b 1498
19r-19v (23 juni 1475)
> (Oirschot) RA 125b f504 (22 juli 1491)
>
(Oirschot) RA 126b f154-155 (19 maart 1498),
>
(Oirschot) RA 131b folio 69r-69v (22 maart 1532)
Erfpachtcontract van 10
januari 1388 (zie Campinia 13e jaargang, nr.49, april 1983, blz.66 & 87)
blz. 66
Een erfpachtovereenkomst uit het jaar 1388 is in afschrift bewaard
gebleven, waarschijnlijk juist met het doel, om de belangrijke taak van het
Oirschotse kapittel in deze te kunnen bewijzen.
Daaruit blijkt, dat het
Sint-Joris-gasthuis bestuurd werd door het Oirschotse kapittel en de heer van
Oirschot met een uitgesproken eerste plaats voor het kapittel. Wilhem van
Petershem, de toenmalige heer van Oirschot, verklaarde, dat hij zijn zegel aan
deze overeenkomst hechtte ná het zegel van het kapittel. In feite zal de heer
van Oirschot het bestuur van het gasthuis meestal hebben overgelaten aan het
kapittel.
blz. 87 (noot 13)
Dit erfpachtcontract van 10 januari 1388
met de bijbehorende goedkeurings- en waarborgcontracten is opgemaakt door de
kapittelnotaris Daniël van Oirschot en gezegeld door het kapittel en Wilhem van
Petershem, heer van Oirschot. Het is naar een afschrift (copia copiae) in het
originele Latijn afgeschreven in het Register van Dooren - van Baar, blz. 75 -
78 en in vertaling blz. 550 - 554.
blz. 87 (noot 16)
Hij (Jan van
Audenhoven - blz.68) wordt "receptor", d.i. ontvanger, genoemd in het onder noot
13 vermelde contract van 1388.
26-11-1388 Verkoop van erfcijns
(Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1178
microfiche
2, akte D01 folio
60v)
------------------------------
Tielmannus zvw Johannes de Haenwijc verkocht aan Hermannus Oeden
soen een erfcijns van 20 schelling, met kerstmis in ‘s-Hertogenbosch te betalen,
gaande uit een akker gnd die Kalverhof, 8 lopen gerst groot, in Oirschot, ter
plaatse gnd Spoordonk, welke cijns Zegerus gnd Hughen soen, grootvader van
voornoemde Tielmannus, kocht van
26-3-1389 Overdracht van erfpacht
(Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1178
microfiche
3, akte D01
folio 95v)
------------------------------
12-8-1389 Verkoop van erfpacht
(Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1178
microfiche
9, akte C03 folio
309v)
------------------------------
8-1389 / 1-1390 Genoemde personen (Bossche Protocol (Oirschot)
Inv 1178
periode aug 1389 - jan 1390,
folio 309v)
------------------------------
------------------------------
6-1390 / 10-1390 Genoemde
personen (Bossche Protocol (Oirschot)
Inv 1178 periode jun 1390 - okt 1390, folio 265v)
------------------------------
------------------------------
------------------------------
------------------------------
5-12-1391 Verkoop van erfpacht
(Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1178
microfiche
6, akte E02 folio
200)
------------------------------
Nijcholaus zvw Johannes gnd die Moelner de Straten
verkocht aan Andreas zv Willelmus Andries soen de Oerscot een erfpacht van 1 mud
rogge, maat van Oirschot, met lichtmis in Oirschot te leveren, gaande uit een
stuk beemd gnd den Nagels Donk, in Oirschot in de herdgang van Straten, rondom
tussen de gemeint, reeds belast met de grondcijns en een erfpacht van 1 mud
rogge aan de koper.
------------------------------
------------------------------
------------------------------
------------------------------
Petrus gnd Tilkens
soen de Zeelst en zijn zoon Petrus droegen over aan Willelmus de Laervenne
junior een erfpacht van ½ mud rogge, maat van Oirschot, die
Heijlwigis dvw
Johannes Moelner de Straten en haar zonen Johannes en Arnoldus
aan voornoemde Petrus
met lichtmis in Oirschot leveren, gaande uit het deel dat
voornoemde Petrus
had in de erfgoederen van wijlen voornoemde Johannes Moelners en zijn
vrouw Elizabeth, in Oirschot in de herdgang van Kerkhof, ter plaatse aan den
Heuvel, nabij goederen gnd te Spiker.
Petrus zv Petrus Tielkens soen
beloofde aan zijn vader Petrus
tbv de andere kv voornoemde Petrus
dat, zodra de goederen die
Katherina ev voornoemde Petrus Tielkens soen
naliet resp. die voornoemde Petrus
Tielkens soen na zal laten gedeeld worden,
dat dan elk van de andere kinderen van
voornoemde Petrus Tielkens soen vooruit
zal krijgen een erfpacht van ½ mud rogge, maat van Oirschot.
10-12-1393
Verkoop pacht (Bossche Protocol (Oirschot) Protocollen 1501-1600 betreft
16-12-1506, Inv 127a, folio
P186v)
------------------------------
Wij schepenen van Oirschot verklaren
dat wij hier een schepenbrief van Oirschot hebben gezien en gelezen, nog geheel
intact met de volgende inhoud.
Wij, Willem Andriessen, Jan van der Raffendonk, Jan de Crom, Gooswijn van der Mere, Jan van der Hosstadt, Henrick Janssen van den Schoet en Dirck de Schoenaker, schepenen te Oirschot verklaren plechtig dat voor ons is verschenen Henrik Marien van Vessem, zwager van Jan Mollers van Straten en verpacht aan Henrick Jans Smollers van Straten, ten behoeve van hem en diens erfgenamen na hem, al het bezit dat hij als man van Lisbeth heeft geerfd van zijn zwager (= schoonvader, JT) Jannen de Molder en van diens vrouw Lisbeth en welk bezit genoemde Jan eerder heeft bezeten en heeft nagelaten. Dat betreft een huis, tuin etc. met land en beemden gelegen in herdgang de Notel, en wel voor een pacht van 14 lopen rogge. Om het bezit verder te garanderen voor Henrick Marien, zet Henrick Janssen Smollers een pacht van 4 lopen rogge in onderpand, te heffen op bezit dat Henrick heeft geerfd van zijn vader Jan en zijn moeder Lisbeth. Gegeven op 10 december 1393.
10-12-1393
Verkoop pacht (Bossche Protocol (Oirschot) Protocollen 1501-1600 betreft
16-12-1506, Inv 127a, folio P175-r)
------------------------------
Zie voor volledig beschrijving, protocol d.d. 16-12-1506
Genoemde beheerders van de tafel van de H. Geest verkopen aan Adriaen Henrick Smollers een pacht van 3 lopen rogge en een oude grote als chijns, welke pacht en chijns Jan Willem Hapermans voor hemzelf handelend en voor Aelbrecht en Dirck als kinderen van Dirck zoon van genoemde Willem Hapermans en Aert Gerards als man van Margriet dochter van genoemde Willem Hapermans en Wouter van den Grootenhuijsen als man van Lisbeth ook dochter van Willem Hapermans, hadden overgedragen aan de tafel van de H. Geest. Verder verkopen ze hem een pacht van 4 lopen rogge uit een pacht van 14 lopen, die Henrick Marien van Vessem, zwager van Jan Mollers van Straten steeds heeft geheven van genoemde Henrik Jan Smollers en welke pacht deze Henrick "te pacht"´ had verkregen van Henrick Marien van Vessem, te betalen op onderpand van een huis, tuin etc., gelegen in herdgang de Notel, volgens de brief d.d. 10 december 1393. Getuigen Aert Jacops en Jan Mathijssen. (geen datum vermeld, JT)
1-1394 / 4-1394 Genoemde
personen (Bossche Protocol (Oirschot)
Inv 1180 periode jan 1394
- apr 1394, folio 132r)
------------------------------
Herman zoon wijlen Dirck van Vucht, mulder, man van Sophie en hun zoons Dirc,
Herman, Katelijn en Liesbeth de andere kinderen
29-12-1396 Verkoop pacht
(Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1175
microfiche
8, akte E01
folio 272v)
------------------------------
Johannes van der Hostat de Oerscot verkocht aan
Theodoricus zv Hermannus Multor de Vucht
een stuk land in Oirschot in de herdgang van Spoerdonk ter plaatste gnd
Wreielaar, tussen Cristianus gnd Tutors soen enerzijds en een gemene weg
anderzijds, belast met 6 penning nieuwe grondcijns en een erfpacht van 1/2 mud
rogge, maat van Oirschot, aan de H.Geest van Oirschot.
2-1399 / 9-1400 Genoemde personen
(Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1182
periode feb 1399 - sep 1400, folio 190r)
------------------------------
Agnes weduwe van Claes Mulders van Straten en
kinderen Jan, Aleijt en Heilwig.
Servaes zoon wijlen Jan van Osse.
Copyright © 1990-2013 - Ad van de Lisdonk (Oostrum-Lb).
De hierboven gemelde protocollen zijn getranscribeerd door Jan Toirkens (Chili). Tevens moet een speciale dank worden uitgesproken voor de samenwerking tussen Mevr. Georgina van Adrichem, Dhr. Jan Toirkens en Dhr. Hein Vera, voor de 'digitale bewerking' van het fichier Ferdinand Smulders/Mechelien Spierings, voor de periode 1367-1501. De fiches zijn opgenomen met toestemming van het Stadsarchief Den Bosch. (Augustus 2009)
. Verdere bronnen: Marinus Goossens (Heijen)laatst bijgewerkt op 29 mei 2013
U bevindt zich op de homepage > http://www.familievandelisdonk.nl